De kariatiden op de Akropolis in Athene.
Giuseppe Boccucci, eigen foto.
De zichtbaarheid van vrouwen in de archeologie
Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, staan gelijke kansen voor vrouwen wereldwijd, empowerment en gendergelijkheid centraal. De rol van vrouwen in het verleden is jarenlang vrijwel onzichtbaar geweest. Vier archeologen reflecteren op deze ongelijkheid in zichtbaarheid: van jager-verzamelaars in het paleolithicum tot de verhalen die we onszelf vertellen over het verleden, en wat dit ons als samenleving kan kosten.
Jagers versus verzamelaars
Als we denken aan het leven in het paleolithicum, is er de neiging om ons te concentreren op de consumptie van vlees en de rol van mannen als jagers. Dr. Amanda Henry onderzoekt het echte paleodieet en merkt op dat het meer plantaardig voedsel bevatte dan vaak wordt aangenomen. ‘De jacht laat namelijk zeer zichtbare kenmerken achter, zoals gefossiliseerde botten en stenen werktuigen die verband houden met de jacht.’ Etnografische studies hebben deze focus verder verankerd, aangezien mannelijke wetenschappers zich concentreerden op de rol van mannen in traditionele gemeenschappen. ‘Dit werd vervolgens toegepast op ons begrip van het verleden.’
Een toename van vrouwelijke wetenschappers heeft geleid tot een diverser beeld. ‘Jagen is riskant. Het is niet ongebruikelijk dat mannen met lege handen terugkomen. In deze traditionele gemeenschappen eten ze meestal knollen of andere zetmeelrijke planten als hoofdbestanddeel van de maaltijd.’ De rol van plantaardig voedsel in het dieet kan ons meer leren over de rol van subgemeenschappen binnen een grotere groep. ‘Het is nog steeds nodig om het beeld van de mens als jager te nuanceren, met de opkomst van fenomenen als het ‘Paleodieet’ en het carnivoordieet die gebaseerd zijn op de traditionele visie.' Hoe populair deze dieten ook zijn, ze zijn niet gebaseerd op feitelijk bewijs.
Net zo complex en raar als wij
Er lijkt een grote kloof te bestaan tussen de huidige academische kennis van het verre verleden en het imago dat er leeft bij het grote publiek. ‘We moeten ons concentreren op het delen van deze verhalen. We hebben de neiging om het verleden in grote lijnen te schilderen, maar dit geeft ons een heel schetsmatig beeld, in plaats van een genuanceerd begrip dat een betere weergave is van de werkelijkheid. Dit maakt het makkelijker om onze verre voorouders als ‘anders’ te zien, terwijl ze net zo complex en raar waren als wij.’
Traditionele verhaal uitdagen
Een van de meer concrete bronnen van kennis over onze voorouders is ons skelet, een onderzoeksveld dat osteologie heet. Osteoarcheoloog en promovendus Maia Casna heeft gezien hoe de traditionele verhalen op hun kop worden gezet door bewijsmateriaal uit menselijke botten. ‘In de Nederlandse historische bronnen worden vrouwen op een heel eendimensionale manier neergezet: zij zorgden voor de kinderen en zorgden voor het huishouden’, merkt ze op. ‘Osteoarcheologie kan onderscheid maken tussen skeletresten van mannen en vrouwen. De resultaten hiervan dagen het traditionele verhaal uit.’
Een voorbeeld van een veranderend verhaal is het tabaksgebruik in het vroegmoderne Nederland. ‘In de historische documenten wordt gesuggereerd dat het vooral mannen waren die tabak rookten. Alle onderzoeken naar het gebruik van tabak richtten zich op mannen. Osteoarcheologie heeft er echter op gewezen dat vrouwen bijna evenveel rookten als mannen. Als we dit niet hadden onderzocht, hadden we dat stukje geschiedenis gemist.’
Ademhalingsziekten
Casna ziet nog steeds veel verhalen die geen basis hebben in het osteoarcheologische bewijsmateriaal. ‘Er bestaat het vooroordeel dat vrouwen vroeger uitsluitend voor het huishouden zorgden. Je zou denken dat hierdoor een verschil ontstaat tussen luchtwegaandoeningen tussen mannen en vrouwen. Wij hebben hiervoor zeer weinig bewijs gevonden. Er heerst een overheersend verhaal dat vrouwen in het verleden altijd bepaalde rollen hebben vervuld, en dat ze pas de afgelopen honderd jaar naar de werkvloer zijn gekomen.’ Op basis van de skeletresten die onze voorouders hebben achtergelaten, was dit niet het geval.
Aannamen
Een andere tijd waarin vrouwen lange tijd onzichtbaar zijn geweest in de archeologie is de IJzertijd. Dr. Richard Jansen werkte onlangs aan een tentoonstelling over elitegraven in Museum Jan Cunen, Oss. ‘Lange tijd werden de stoffelijke resten van mensen die in deze elitegraven begraven lagen geïnterpreteerd als mannen, of daar nu bewijs voor was of niet.’ In veel gevallen gingen de gecremeerde stoffelijke resten verloren. ‘Het is een gevaarlijke veronderstelling om automatisch te concluderen dat deze graven voor mannen zijn gebouwd, ook als deze graven wapens bevatten.’ Jansen grijpt terug op het grootste elitegraf dat ooit in Europa is gevonden, gelegen nabij Vix in de Bourgogne, Frankrijk. ‘Een bijzonder graf, met onder andere diverse (gouden) sieraden, een kar en een grote bronzen wijnkom. ‘Op basis van de analyse van de menselijke resten in het graf zijn archeologen er zeker van dat het graf voor een vrouw is gemaakt.’
Het volledige verhaal
Moderne archeologen zijn zich grotendeels bewust van het gevaar van het doen van aannames over sekse. ‘En de technologische ontwikkelingen gaan snel. Over tien jaar zal het makkelijker zijn om DNA-analyse toe te passen op gecremeerde stoffelijke resten. Het is belangrijk om het hele verhaal te vertellen.’ Jansen merkt op dat argumenten die voortbouwen op een onvolledig of verkeerd beeld van het verleden kunnen worden gebruikt om een agenda door te drukken. ‘Vanuit het verouderde beeld zou je kunnen zeggen "het is normaal dat mannen dominant zijn, want dat was vroeger ook zo". Op deze manier wordt het verleden misbruikt om te rechtvaardigen hoe mensen nu handelen.’
Gebaseerd op ongelijkheid
In zijn onderzoek richt dr. Aris Politopoulos zich op het vertellen van verhalen en verhalen uit het verleden. ‘Veel van deze verhalen over het verleden zeggen meer over wie we nú zijn, dan over de mensen toen’, benadrukt hij. ‘We mogen niet vergeten waar we zelf vandaan komen: een postindustriële kapitalistische samenleving die in de kern gebaseerd is op uitbuiting en ongelijkheid.’ Het verleden kan worden gebruikt om hedendaagse ongelijkheden te rechtvaardigen en te reproduceren. ‘Dit is heel belangrijk om in gedachten te houden als we over het verleden praten, maar ook als we anderen over het verleden horen praten.’
Kruispunt
Politopoulos gelooft dat we ons op een kruispunt bevinden wat betreft ons begrip van het verleden. ‘Dankzij maatschappelijke veranderingen verandert ook de wetenschappelijke benadering. Tegenwoordig hebben we een breder begrip van de diversiteit van menselijke ervaringen. De grootste uitdaging is echter hoe dit te communiceren in relatie tot het verleden. We kunnen er in de academische ivoren toren over praten zoveel we willen, maar mensen geloven nog steeds in de mythe van "de man de jager". Als we naar een meer gelijkwaardige toekomst streven, moeten we dergelijke mythen doorbreken.’
Een vrolijke puinhoop
Één ding dat duidelijk wordt als je met archeologen praat, is dat het verleden niet zwart-wit is. ‘We moeten het idee loslaten dat het verleden gestructureerd is in duidelijke kaders en rollen. Het is veel kleurrijker. Ik zou zelfs zo ver willen gaan om te zeggen dat het verleden een puinhoop is! Een vrolijke puinhoop.’ Hij grijnst. ‘Het is bijvoorbeeld een vreugdevolle puinhoop van genderuitingen, ervaringen en overlappende verhalen. Het verleden geeft ons de middelen om over deze diversiteit aan menselijke ervaringen te praten. Dat is waar het verhalende aspect van de archeologie naar voren moet komen. Wij als archeologen hebben de verantwoordelijkheid om nieuwe kennis over het verleden te communiceren, met mensen te praten, met journalisten te praten, met ontwikkelaars van media te praten. We blijven vaak hangen in het idee dat de wetenschap objectief boven en weg van de samenleving staat. Maar om de toekomst te veranderen moeten we ingebed zijn in de samenleving.’