Prehistorie

De prehistorie of oertijd is de benaming voor het vroegste tijdperk in de menselijke geschiedenis. Alles wat er bekend is over de prehistorie, is gebaseerd op archeologische vondsten. Directe geschreven bronnen zijn er niet, omdat het schrift nog niet bestond.

We duiden het begin van de prehistorie doorgaans aan als het moment waarop de mensachtigen, zoals de Homo Erectus of Neanderthalers en later de Homo Sapiens, op aarde verschenen, pakweg drie tot vijf miljoen jaar geleden. Sommige historici  hanteren het moment waarop mensen gereedschap begonnen te gebruiken als beginpunt. Volgens die definitie zou de prehistorie duren van 2,5 miljoen jaar geleden tot 100 voor Christus.

De prehistorie is opgedeeld in deze perioden:

  • Steentijd
    • Oude Steentijd (Paleolithicum - 2,5 mln tot 10.500 v.C.)
    • Middensteentijd (Mesolithicum - 10.500 tot 5.300 v.C.)
    • Nieuwe Steentijd (Neolithicum - 5.300 tot 3.200 v.C.)
  • Bronstijd (3.200 tot 800 v.C.)
  • IJzertijd (800 tot 12 v.C.)

NEDERLAND IN DE PREHISTORIE

De Nederlandse prehistorie wordt gedateerd van 250.000 tot 350.000 jaar geleden. De oudste vondsten als vuursteen en pijlspitsen dateren uit deze periode. De eerste sporen van mensen in Nederland zijn afkomstig van Neanderthalers. De eerste moderne mensen, de Homo Sapiens, verschenen pas aan het einde van de laatste ijstijd, vlak voor het begin van de Middensteentijd.

Een jachtkamp in Friesland van circa 8.000 jaar geleden is het eerste teken in Nederland dat er diverse stammen leefden. Zij leefden hoogstwaarschijnlijk van de vele watervogels en vissen uit de talloze beken, meertjes en veengebieden. Nederland was in de Middensteentijd namelijk grotendeels een moerasdelta.
Vondsten en sporen van boerderijen suggereren dat rond 5.300 v. Christus de eerste landbouwers het gebied introkken. Rond 4.100 voor Christus ontstond de Trechterbekercultuur. Die liet veel zichtbare sporen na, zoals de hunebedden.

De Bronstijd begon ongeveer 2.000 jaar voor Christus in Nederland, dat suggereren vondsten als stenen aambeelden en koperen tongdolkjes. In die tijd trokken Keltische stammen het gebied binnen. Soms verdreven ze de oorspronkelijke bevolking, soms vermengden ze zich ermee. In de eerste paar eeuwen voor Christus vielen Germaanse stammen het land binnen. Dat was eveneens de periode waarin in Nederland de ijzertijd aanbrak.

OPMERKELIJKE ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN UIT DE PREHISTORIE

Als een archeoloog iets vindt uit de prehistorie, dan is het meestal een werktuig, wapen, gebruiksvoorwerp, munt of sieraad. Toch zijn er enkele grote bouwwerken gevonden die de tand des tijds hebben doorstaan.

STONEHENGE

Eén van de meest bekendste is Stonehenge. Historici en archeologen denken dat de bouw van het megalithische monument 2.300 jaar geleden werd afgerond. Opmerkelijk is dat Stonehenge waarschijnlijk over een periode van ruim 6.000 jaar is gebouwd. Zo zijn er paalkuilen daterend van 8.000 jaar voor Christus gevondenen is er circa 3.100 voor Christus een cirkelvormige verhoging met een gracht aangelegd. De bewerkte staande stenen werden pas tussen 2.600 en 2.400 geplaatst. De meeste historici geloven dat Stonehenge diende als een begraafplaats voor een dynastie van heersers, hoewel dit nooit bewezen is.

HUNNEBEDDEN OF DOLMEN

Andere voorbeelden van megalithische vondsten zijn  de Nederlands-Deense hunebedden, ook wel dolmen genoemd. Deze bouwwerken bestaan veelal uit drie rechtopstaande stenen met één platte steen als ‘dak’ en werden gebruikt als grafkamers. Soortgelijke bouwwerken zijn door heel Europa gevonden. Dolmen werden gedurende de hele prehistorie opgericht. De Nederlandse hunebedden stammen uit circa 3450 tot 3250 voor Christus.

MENHIRS

Vergelijkbare monumenten zijn de menhirs, bekend uit Astérix en Obelix. Deze lange, verticale stenen werden in heel Europa geplaatst, hoewel de meeste in Frankrijk zijn gevonden. Veel historici denken dat menhirs onderdeel waren van megalithische constructies, zoals Stonehenge, maar de stenen worden ook afzonderlijk gevonden. Wat de functie is, is niet duidelijk. Sommigen denken dat ze als een prehistorische kalender werden gebruikt, terwijl anderen geloven dat het heiligdommen waren voor druïdes of religieuze rituelen. De oudste menhirs dateren van 3.000 voor Christus.

MANNETJE VAN WILLEMSTAD

Een andere, opmerkelijke vondst uit prehistorisch Nederland is het Mannetje van Willemstad. Dit is een poppetje van ongeveer 12,5 centimeter hoog waarvan alleen het gezicht menselijke trekken heeft. Het mannetje werd op 8 meter diepte gevonden tijdens de aanleg van de Volkeraksluizen en stamt uit circa 4.450 voor Christus. De functie ervan is onbekend. Mogelijk diende het als speelgoed of als een ritueel voorwerp. Het mannetje is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

VENUS VAN WILLENDORF

Een andere prehistorische beeldje is de Venus van Willendorf. Dit 11,1 centimeter grote beeldje werd gevonden in Oostenrijk en stamt uit 24.000 tot 22.000 voor Christus. Opmerkelijk is dat het gemaakt is van kalksteen, een gesteente dat nergens in het gebied te vinden is. Ook de oorspronkelijke functie van dit beeldje is onbekend. Omdat de vrouwelijke geslachtskenmerken overdreven zijn afgebeeld, denken veel historici dat het diende als vruchtbaarheidssymbool.

Onderzoekers van de Universiteit van Southampton hebben bewijs gevonden dat neanderthalers kunst maakten. In drie Spaanse grotten troffen zij schilderingen aan, die ouder zijn dan de oudste sporen van Homo Sapiens in Europa.
In Nieuwegein hebben archeologen de 6000 jaar oude resten van een baby gevonden. Bijzonder, want het is het oudste babygraf dat in Nederland is gevonden. De ontdekking werd gedaan bij de opgravingen op het bedrijventerrein Het Klooster.
De moderne mens heeft Afrika veel eerder verlaten dan gedacht. In het wetenschappelijke tijdschrift Science claimen Israëlische onderzoekers dat ze in een grot vlak bij Haifa een stuk schedel hebben gevonden, dat ouder is dan de tot dan toe bekende oudste vondsten van Homo Sapiens.
Haast in Noorwegen. Noorse archeologen doen daar hun best om duizenden archeologische artefacten te redden uit smeltende gletsjers. De voorwerpen kunnen een bijzonder inzicht geven in het leven in de Noorse hooglanden tijdens de ijstijd.
Hoe kwamen de eerste mensen in Noord- Amerika? Op zoek naar het antwoord op die vraag hebben onderzoekers en archeologen van de Universiteit van Alaska Fairbanks de resten van een onbekend volk ontdekt. Het onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
 Bij opgravingen 50 kilometer ten zuiden van Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, hebben archeologen het oudste chemische bewijs voor het maken van wijn gevonden.
Twee biologen van de Stanford University in de Verenigde Staten komen met een conclusie over de uitgestorven Neanderthalers. Deze zouden uitgestorven zijn omdat ze in kleine aantallen geïsoleerd van elkaar leefden.
Archeoloog Quentin Bourgeois onderzocht in het kader van het VENI-project Networked Landschapes de stijl waarin mannen en vrouwen uit de touwbekercultuur 3000-2500 v. Chr. werden begraven. Hoe dachten ze over de dood? Bourgeois ontdekte dat er verschillen waren, hij publiceerde de uitkomsten van zijn onderzoek in het tijdschrift PLOS ONE.
Een bijzondere ontdekking in de uiterwaarden van de Maas tussen Alphen en Dreumel. Een groep van professionele en amateurarcheologen ontdekten daar misschien wel de grootste archeologische vindplaats van Nederland. In verschillende Nederlandse media wordt al gesproken van een ´spectaculaire vondst´.
Egyptische archeologen hebben een nieuwe theorie over de bouwmethode van de Piramide van Gizeh. Eind september 2017 zond de Britse zender Channel 4 de documentaire 'Egypt’s Great Pyramid: The New Evidence uit', waarin de inzichten werden gepresenteerd.
Archeologen ontrafelden de geheimen van prehistorische skeletten die 6000jaar lang in de klei verborgen hadden gelegen op bedrijventerrein Het Klooster in Nieuwegein. Een half jaar geleden werden ze opgegraven en overgebracht naar een bedrijfshal in Leiden waar het verhaal van de Swifterbant-cultuur verder ontsluierd wordt.
In het British Museum in Londen wordt deze week het toegetakelde hoofd van een Scythe uit Siberië tentoongesteld. Het is voor het eerst in twintig jaar dat er een hoofd van een Scythische strijder wordt onthuld.