Verrassend verband tussen Neanderthalers en maken van vuur ontdekt
Mysterieuze kleine stenen worden vaak gevonden in Neanderthaler kampen. Het was lange tijd niet bekend wat de functie van deze afgeschraapte steentjes was. Een team van onderzoekers uit Leiden en Delft gelooft echter dat het mysterie is opgelost. De kleine stenen, zo groot als dobbelstenen en bestaand uit mangaan of mangaandioxide, werden gebruikt als aanmaakblokjes. Dat is wat het team geleid door de Leidse archeologen Marie Soressi en Peter Heyes concludeert.
‘Zeer verrassend’
Marie Soressi noemt de ontdekking “zeer verrassend”. Tegenover de Volkskrant liet zij weten dat dit de herontdekking is van verloren kennis. Het feit dat traditionele, hedendaagse culturen deze methode niet gebruiken maakt de ontdekking nog specialer. Het betekent namelijk dat Neanderthalers een techniek beheersten die latere primitieve volkeren niet begrepen of gebruikten. De archeologen geloven dat de Neanderthalers stukjes van het steen afschraapten. Vervolgens zouden ze dit over stukjes hout heen strooien en vuur maken door de stukjes tegen elkaar aan te wrijven. Het kan echter ook dat steengruis over het hout werd gestrooid en dat vonkjes werden gemaakt door twee stenen tegen elkaar te slaan.
Versnelling van het proces
De Nederlandse wetenschappers ontdekten de vuur makende eigenschappen van de steen toen Heyes een vuur ermee maakte. Een video van het proces liet duidelijk zien dat gebruik van het poeder het proces van vuur maken significant versnelt. Temperatuurmetingen door de TU Delf bevestigden dat het poeder de onstekingstemperatuur van hout verlaagt van circa 350 graden naar 250 graden. Voor het experiment gebruikten de wetenschappers stenen uit de Pech de L’Aze, een 50.000 jaar oude Neanderthaler locatie in Dordogne. Soortgelijke stenen zijn ook op verschillende andere opgravingsplekken gevonden.
Bronnen:
Afbeelding:
Neanderthaler, via Flickr