De rijke archeologische schatten van Syrië verkeren in groot gevaar, aldus archeologen. Vanwege het voortslepende conflict tussen de rebellen en de regering hebben verschillende historische bouwwerken al grote schade opgelopen. Daarnaast maken beide partijen zich schuldig aan de plundering van archeologische schatten, zo blijkt uit onafhankelijk onderzoek.

Onlangs wisten gewapende mannen door te dringen tot het 900-jaar oude Krak des Chevaliers, één van de best bewaarde kastelen van de Kruisvaarders. De overvallers dwongen het personeel te vertrekken en begonnen vervolgens aan een aantal opgravingen, op zoek naar archeologische schatten.

Ook de 12e-eeuwse Citadel van Qal’at al-Mudiq werd getroffen door de gevechten. De muren van de historische plaats raakten beschadigd door artillerievuur van de regeringstroepen. Volgens ooggetuigen zijn er later ook tanks en bulldozers ingezet om gaten in de muren te slaan van het fort, om zo een toegang te creëren voor de soldaten.
Bewijs
“We hebben duidelijk bewijzen die aantonen dat de Syrische regering bewust vernielingen aanbrengt aan het historische erfgoed van het land,” aldus Rodrigo Martin, een Spaanse archeoloog die zich heeft gespecialiseerd in Syrië. “En iedere vernieling is als het verbranden van een pagina uit het boek van de menselijke geschiedenis”.

Hij schat dat er al tientallen historische moskees, kerken, markten en andere gebouwen beschadigd zijn geraakt door de gevechten. Een onafhankelijk onderzoek van Syrische en Europese archeologen stelt bovendien dat de overheidstroepen in meerdere gevallen zelf deelnamen aan plunderingen van archeologisch erfgoed.

Bron: Washington Post