Prehistorische lijm
Tijdens opgravingen bij Köningsaue werd misschien wel het oudste product van een chemisch proces gevonden: 80.000 jaar oude berkenpek. Berkenpek is bijzonder spul. Je kunt het verwarmen waardoor het zacht, kleverig en kneedbaar wordt. Na afkoelen wordt het behoorlijk hard. Dit maakt het heel geschikt als kleefstof. Geen echte lijm, maar meer een plakkerige stopverf. Ideaal dus voor het schachten van werktuigen. De berkenpek vult namelijk alle ruimte tussen het werktuig en handvat of steel op en plakt deze er aan vast. Een probleem is echter wel hoe je het maakt, want deze pek wordt gewonnen door berkenbast onder zuurstofarme omstandigheden te verhitten tot ongeveer 400˚C. Dit is natuurlijk makkelijk als je de beschikking hebt over aardewerk, maar dat was er 80.000 jaar geleden niet.
Roel Meier en ik zijn twee jaar geleden met dit probleem aan de slag gegaan. We wilden een manier vinden om berkenpek te maken zonder ingewikkelde, tijdrovende technieken en zonder gebruik te maken van bijzondere materialen. In veel bossen vind je namelijk een gemakkelijk te verzamelen alternatief voor berkenpek: hars van dennen of sparren. Als je dit mengt met bijvoorbeeld gemalen houtskool en wat vet heb je ook een heel behoorlijke kleefstof. Puur praktisch gedacht moet berkenpek maken dus niet bijzonder lastig zijn, anders had men wel harslijm gebruikt.
Maar wat zou je kunnen gebruiken als container? Je moet iets hebben om lucht weg te houden terwijl je de bast aan het verhitten bent en om de pek in op te vangen als het gelukt is het te maken. Na een aantal dagen van experimenteren vonden we allebei een methode die aan de eisen voldeed.
Roel bedacht een methode waarbij de berkenbast gelegen op een platte steen werd afgedekt met een dunne laag zand. Op het zand stookte hij ruim een uur een flink vuur. Het zand hield de lucht tegen en de warmte van het vuur zorgde voor de omzetting van bast naar pek. Het eindproduct kon daarna van de steen geschraapt worden. Ik gaf er de voorkeur aan baststroken op te rollen en die rolletjes een klein stukje in te graven naast het vuur. Daarna werd de bast afgedekt met gloeiende kolen en as. De pek kon 15 min. later verzameld worden uit het midden van het grotendeels omgezette rolletje bast. De bast was zijn eigen container!
Natuurlijk is er geen enkel bewijs voor het gebruik van deze methoden in de prehistorie, maar het zijn wel plausibele mogelijkheden. En in elk geval was het weer een goed excuus een paar dagen rond een vuurtje te mogen zitten!
Diederik Pomstra