Het gebit van d'Alègre, met de gouden draad en kunsttand duidelijk zichtbaar

Het gebit van d'Alègre, met de gouden draad en kunsttand duidelijk zichtbaar

© Rozenn Colleter, Inrap

Innovatief én uiterst pijnlijk: 17e-eeuws ‘spalkje’ gevonden in gebit Franse edelvrouw

Iedereen kent het wel: dat spalkje dat de orthodontist aan de achterkant van je tanden plaatst zodra je beugel is verwijderd. Zo blijven je tanden immers mooi op hun plek staan. Op het eerste gezicht een moderne uitvinding. Maar volgens een recente studie zouden de wortels van deze praktijk veel verder teruggaan zijn vaak wordt gedacht. Uit onderzoek naar een 17e-eeuwse schedel van een Franse edelvrouw, bleek namelijk dat haar gebit op zijn plek werd gehouden met een dun gouden draadje, dat enigszins doet denken aan de spalkjes die orthodontisten vandaag de dag aanbrengen. Volgens de archeologen was dit voor die tijd een zeer innovatieve techniek, maar ook een uiterst pijnlijke.

Voor deze studie (onlangs in het Journal of Archaeological Science: Reports gepubliceerd) keken de onderzoekers naar de schedel van een Franse edelvrouw, genaamd Anne d'Alègre (ca. 1565-1619). Haar skelet was in 1988 al ontdekt tijdens opgravingen in het Chateau de Laval in Noordwest-Frankrijk. Haar lichaam was gebalsemd en in een loden doodskist ten ruste gelegd, waardoor haar skelet zeer goed bewaard was gebleven. Destijds was het archeologen al opgevallen dat er iets vreemds met haar gebit aan de hand was. Er leek een soort metalen draad door de tanden te lopen, en ze had ook duidelijk een kunsttand. Tot nu toe was hier echter nog geen uitgebreider onderzoek naar gedaan.

Onderzoekers maken foto's van de schedel van Anne d'Alègre

Onderzoekers maken foto's van de schedel van Anne d'Alègre

© Rozenn Colleter, Inrap

Röntgenscans

Om erachter te komen wat er precies met d'Alègres tanden aan de hand was, maakten onderzoekers van het INRAP verschillende röntgenscans van de schedel. Op basis hiervan creëerden ze vervolgens een digitaal 3D-model van het gebit. Hieruit bleek dat d'Alègre leed aan wat in de tandheelkunde parodontitis wordt genoemd. Dit is een ernstige vorm van tandvleesontsteking, die er uiteindelijk voor kan zorgen dat je tanden gaan uitvallen. Hier had d’Alègre echter iets op gevonden. Haar tanden werden namelijk bijeengehouden met stukken gouddraad, die om de aanzet van de tanden waren gewikkeld, vlak bij het tandvlees. Op een plek waar al een tand was uitgevallen had ze tevens een kunsttand die gemaakt was van ivoor uit de slagtand van een olifant. Ook dit exemplaar werd met het gouden ‘spalkje’ op zijn plek gehouden.

Uiterst pijnlijke behandeling

Hoewel deze behandeling nu wat primitief kan overkomen, was hij na 17e-eeuwse maatstaven zeer geavanceerd. Archeoloog Rozenn Colleter (hoofdauteur van de studie) spreekt dan ook van een ‘innovatieve behandeling’. Toch was dit gouden spalkje zeker niet zonder nadelen. Uit de röntgenscans bleek namelijk dat hij niet alleen om tanden heen was gewikkeld, maar een aantal tanden ook doorboorde. Dit moet voor d’Alègre zeer pijnlijk zijn geweest. Bovendien heeft dit gouddraad volgens de onderzoekers waarschijnlijk de omliggende tanden nog verder verzwakt, wat de problemen met haar gebit alleen maar verergerde. Ten slotte moesten de draden om de zoveel tijd opnieuw worden vastgemaakt, wat eveneens met de nodige pijn moet zijn gegaan.


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Dit roept de vraag op waarom d’Alègre zo ver ging om haar gebit te behouden. Volgens Colleter komt dit waarschijnlijk omdat in de Franse high society van de zeventiende eeuw de positie van een vrouw voor een belangrijk deel samenhing met haar uiterlijk. Schoonheid werd toen (en nu soms nog steeds) geassocieerd met een goed karakter. De onderzoekers gaan er daarom van uit dat d’Alègre deze behandeling onderging om ‘een zekere sociale rang te behouden tegenover haar tegenstanders.’ Want aan tegenstanders had ze in haar latere leven zeker geen gebrek.

Madame d’Alègres leven vol verlies

Anne d'Alègre werd in 1565 geboren in een familie Hugenoten, de protestantse minderheid in het overwegend katholieke Frankrijk. Terwijl ze opgroeide, bereikten de spanningen tussen de Franse katholieken en protestanten hun hoogtepunt, wat resulteerde in de Hugenotenoorlogen. Op haar 18e trad d’Alègre in het huwelijk met de protestantse edelman Paul de Coligny, die drie jaar later alweer overleed. Uit dit huwelijk kwam nog wel een zoon genaamd Guy voor, van wie de Franse koning Hendrik III kort na de geboorte al zijn grondgebied confisqueerde. In een poging haar zoon te beschermen, trouwde d‘Alègre  in 1599 met de machtige gouverneur van Normandië Guillaume IV d’Hautemer, die 30 jaar ouder was dan zij.

Het skelet van d'Alègre, tentoongesteld in de kapel van het kasteel Laval

Het skelet van d'Alègre, tentoongesteld in de kapel van het kasteel Laval

Fab5669, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Zes jaar later, trok Guy, die zich inmiddels tot het katholicisme had bekeerd, naar Hongarije om tegen de Turken te vechten. Het werd geen succes: hij sneuvelde al bij de eerste schermutseling op 20-jarige leeftijd. In 1613 overleed ten slotte ook Guillaume. Al deze verliezen hebben bij d’Alègres leven er niet bepaald makkelijker op gemaakt. In haar laatste jaren moet ze geen al te beste reputatie hebben gehad in de Franse high society, als een protestantse die bovendien tweemaal weduwe was geworden. Dit zou volgens de onderzoekers kunnen verklaren waarom ze er zo op gebrand was haar mooie glimlach te behouden, zo kon ze immers toch nog iets van waardigheid behouden. Een gebit vol gaten zou haar zelfs dat hebben ontnomen.

Bronnen: Smithsonian Magazine, Live Science


Archeologie Online is van de makers van Archeologie Magazine. Meer weten over dit prachtige magazine? JA GRAAG!


Meer lezen