Alaska

Een internationaal onderzoeksteam heeft ongekend veel details uit het leven van een 17.000 jaar oude wolharige mammoet achterhaald. “Het is nu duidelijk dat het een seizoensmigrant was die enorme afstanden aflegde.”
In juni dit jaar heeft het Amerikaanse leger een, in 1952 neergestort, vrachtvliegtuig onderzocht. De wrakstukken van het vliegtuig vormen archeologisch bewijs voor de oplopende spanningen tussen de Sovjet-Unie en de VS.
Onderzoekers van de University of Colorado Boulder hebben bij een opgraving aan de kust van Alaska metalen voorwerpen gevonden uit de periode 1000-1500 na Christus. Het team was aan het werk bij een oude Inuït nederzetting en kwam het metaal plotseling tegen. De archeologen vermoeden dat de voorwerpen zijn geïmporteerd uit Azië, wat wijst op vroegere handel tussen Azië en Amerika.
Er is een nieuwe dinosaurussoort ontdekt. Dit feit is op zich wellicht niet heel uitzonderlijk, maar de locatie maakt de vondst bijzonder. De resten zijn namelijk gevonden in het noorden van Alaska, in de buurt van de Colville Rivier. Dit zorgt voor een nieuw beeld van het leefgebied van dinosaurussen, omdat veel mensen nog altijd geloven dat ze alleen in regenwouden leefden.
Op een opgravingsplek in Alaska hebben archeologen de overblijfselen gevonden van twee baby’s, die meer dan 11.000 jaar geleden – gedurende de laatste IJstijd – op die plek zijn begraven. Volgens een artikel in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences gaat het hier om de jongste menselijke overblijfselen die ooit in Noord-Amerika gevonden zijn.
Op een opgravingsplek in Alaska hebben archeologen de overblijfselen gevonden van twee baby’s, die meer dan 11.000 jaar geleden – gedurende de laatste IJstijd – op die plek zijn begraven. Volgens een artikel in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences gaat het hier om de jongste menselijke overblijfselen die ooit in Noord-Amerika gevonden zijn.
In het noordwesten van Alaska zijn de overblijfselen van een dorp gevonden. Archeologen van de Brown University deden de vondst in het Kobuk Valley National Park, dat veertig kilometer boven de noordpoolcirkel ligt. Ze vermoeden dat de resten minstens 200 jaar oud zijn en dat het dorp bewoond werd van het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 19e.