Geen foto

Burgos viert feest

Reinoud Schaatsbergen

Nieuw museum ingehuldigd door Spaanse koningin én archeologen

Tekst en overige foto’s: Lou Lichtenberg

De Arco de Santa Maria, nabij de kathedraal.De Spaanse stad Burgos, hoofdstad van de gelijknamige provincie Burgos en parel van de Spaanse autonome deelstaat Castilië en Léon, straalt dit jaar meer dan ooit. De stad viert dit jaar, net als andere pleisterplaatsen van de pelgrims naar Santiago de Compostela, het ‘Heilige Compostelanische Jaar’ (‘Xacobeo’), ter gelegenheid van het feit dat St. Jacobsdag (25 juli) dit jaar op een zondag valt. Maar er viel in juli meer te vieren. En dan doelen we niet alleen op wat in alle Spaanse steden voor een compleet gekkenhuis zorgde: het behalen van de wereldcup voetbal. Maar vooral was het de opening van een gigantisch nieuw en modern bouwwerk door de Spaanse koningin: het ‘Museum van de Menselijke Evolutie’, het ‘Museo de la Evolución Humana’ op 13 juli. Daarmee kreeg ook de nabijgelegen archeologische site van Atapuerca een nieuwe pluim op de hoed. Archeologie Magazine was er bij en tekende daarbij het volgende op over de stad, haar nieuwe aanwinst en de archeologische site.

De grootste Spaanse autonome regio, Castilië en Léon, ten noorden van Madrid is rijk aan schilderachtige landschappen en historie. Bergen, heuvels, rivieren en riviertjes, schilderachtige valleien en vlakten wisselen elkaar in een fors tempo af. Met daartussen historische steden en dorpen die tal van architectonische hoogstandjes laten zien. De stad Burgos is een ware vergaarbak van dergelijke hoogstandjes. Met als trotse hoogtepunt de schitterende kathedraal, te midden van andere fraaie voorbeelden van de Spaanse gotiek.

De plaats van de stad en omgeving waren al vroeg bewoond, maar als stad werd ze rond het jaar 884 gevormd toen Alfonso III, koning van Léon, graaf Diego Rodriguez Porcelos de opdracht gaf een ommuurde stad te stichten op de oevers van de rivier Arlanzón om de opmars van de Saracenen een halt toe te roepen. De stad groeide al gauw uit tot hoofdstad van Castilië en in 1075 werd Burgos tevens de zetel van een bisdom, later aartsbisdom. Vooral dit laatste feit markeerde een historische mijlpaal voor de stad en omliggende oorden, omdat het in relatief korte tijd leidde tot de bouw van kerken, kloosters, gast- en ziekenhuizen mede voor pelgrims die hier passeerden op hun weg naar Santiago de Compostella. Zij konden mede profiteren van de aanleg van de eerste brug over de Arlanzón rond 1200 en geen wonder dat dit alles tot een economische uplift van de stad leidde.

In dat verband kwam in Burgos in de eeuwen die volgden onder meer een niet onverdienstelijke wolindustrie tot ontwikkeling en de export van wol naar de belangrijkste Europese markten voerde in 1494 zelfs tot een monopolie. In die periode, die uitliep tot de tweede helft van de 16e eeuw, werd de stad eveneens verrijkt met grote majestueuze paleizen en werden andere bouwwerken en straten vernieuwd. Maar in de jaren die volgden zette zich geleidelijk een kentering van deze groei in. Burgos moest economische en politieke macht aan Madrid afstaan en werd bovendien nog door twee pestepidemieën (in 1565 en 1599) getroffen. Gedurende de 17e en 18e eeuw maakte de stad dan ook een vervalperiode door, maar zij wist zich in de daaropvolgende eeuwen steeds meer als regionaal centrum te herpakken, ook al speelden verschillende oorlogen haar parten (waaronder tegen andere Spaanse regio’s, het Napoleontische Frankrijk, Britten onder Wellington, Franco). Vandaag de dag glorieert de stad mede en misschien wel vooral door de talrijke sporen van haar boeiende historie.

El Cid
Een wandeling door de stad is daarom zeker een feest voor liefhebbers van cultuurgeschiedenis. We beginnen onze trip met het meest in het oog springende monument: de schitterende Santa Mariakathedraal, die met haar vele torens en torentjes de stad beheerst. Dit overweldigende werelderfgoedmonument – het werd in 1984 op de Unesco-lijst van werelderfgoederen geplaatst – kreeg in 1221 zijn eerste steen en je raakt niet uitgekeken op wat er sindsdien is aan- of bijgebouwd. Twee grote klokkentorens daterend uit de 13e-14e en voltooid in de 15e eeuw, een zware 16e-eeuwse vieringtoren voorzien van acht torentjes, verder drie schepen en een twintigtal kapellen en andere vertrekken en een kloostergang markeren dit pronkstuk van allure.

De 16e-eeuwse vieringtoren van de kathedraal voorzien van acht torentjes.De Spaanse bouwmeesters lieten zich in hun werk voor deze kathedraal inspireren door collega’s in de gotiek ten noorden van de Pyreneeën en met name Frankrijk, Vlaanderen en het Rijnland. Maar ook de renaissance en barok hebben hier hun sporen nagelaten Verder is het aantal kunstwerken in het interieur ontelbaar, evenals andere resten van haar rijke verleden. De befaamde ‘El Cid’ – zijn filmvertolking door Charlton Heston is bij menigeen op het netvlies gebrand – kreeg hier zijn laatste rustplaats. Deze Rodrigo Díaz de Vivar, bijgenaamd ‘El Cid Campeador’ (Heer Kampioen) of kortweg de Cid, leefde in de 11e eeuw en werd een bekende Spaanse nationale held. Hij vocht met legers tegen Moren én Spanjaarden, maar gaat desondanks, of wellicht dankzij, door voor de belichaming van ridderlijkheid en deugd. Hoe dat ook allemaal zij, zeker is dat tal van verhalen over hem de ronde doen. Voorbeelden te over, zoals het heldendicht Poema del Cid of Cantar de Mio Cid van vóór 1235, maar ook latere romans, toneelstukken (w.o. van Pierre Corneille) en een opera van Jules Massenet.

Tegen deze achtergrond is zijn huidige graf in de kathedraal – overigens pas daterend uit 1919 - maar een sobere vertoning, al kreeg hij deze rustplaats pal onder de centrale koepel. Direct achter de kathedraal kruisen we het pad van de pelgrims naar Compostela, zoals blijkt uit de bordjes met het befaamde Sint-Jacobsschelp- teken op de muren, maar ook uit de personen met rugzak, stok en wandelschoenen, en uit de bepakte fietsers die we op of langs het pad ontwaren. Dit jaar viert de stad, net als andere pleisterplaatsen van de pelgrims naar Santiago de Compostela, het ‘Heilige Compostelanische Jaar’ (‘Xacobeo’), ter gelegenheid van het feit dat St. Jacobsdag (25 juli) dit jaar op een zondag valt. In bijgaande illustratie van Jos Diender wordt dat toegelicht. Het pelgrimspad voert in Burgos onder meer van de oude binnenstad langs de rivier met de vele schilderachtige zijstraatjes, de kathedraal, het Empecinado-monument (een grafmonument voor een populaire krijgsheer in de strijd tegen Napoleontische troepen tijdens de Onafhankelijksoorlog), de Solar del Cid (een ander monument uit 1784 dat de plaats aangeeft waar ooit de woning van de Cid stond) naar de Arco de San Martin, een van de poorten die in de middeleeuwse stadsomwalling werd aangebracht. Van deze stadsomwalling resteren overigens op verschillende nabijgelegen en andere delen van Burgos nog imposante resten.

Meer markante snoepjes
Een van de fraaiste toegangspoorten in de middeleeuwse omwalling is de Arco de Santa Maria, nabij de kathedraal. Deze vormt een 16e-eeuwse totale restauratie van een oudere poort. De huidige versie is voorzien van twee grote torens die door vier kleinere worden bekroond. In nissen in het centrale deel van de poort zijn beelden van bijzondere personen uit de Castiliaanse geschiedenis geplaatst (waaronder natuurlijk El Cid, Karel V en graaf Diego Porcelos). Op de eerste verdieping van de poort heeft een apothekersmuseum huisvesting gekregen.

De top van de heuvel die net als de kathedraal de skyline van de stad beheerst, bood ooit plaats aan een kasteel dat uit 884 dateerde. Het speelde in de oorlogen die volgden op de inval van de Arabieren in het Iberisch Schiereiland. Later diende het als gevangenis of als verblijfplaats van belangrijke gasten, totdat het in 1736 door vuur werd verwoest. Het Napoleontische leger restaureerde het kasteel in 1808, maar vijf jaar later werd het door datzelfde leger op zijn terugtocht opgeblazen. In de jaren negentig van de vorige eeuw werd een begin gemaakt met reconstructiewerk aan de kasteelruïne. Archeologisch onderzoek op de heuvel brachten tot dusver resten van een romaanse kerk en drie begraafplaatsen uit verschillende tijdperken aan het licht. Vandaag de dag fungeren delen van de ruïne vooral als uitzichtpunt over Burgos.

De muur die ooit rondom het fort werd opgetrokken werd in de 14e eeuw uitgebreid mede ten behoeve van de stadsverdediging. Daarbij kwam ook een van de architectonisch interessantste poorten tot stand, de Arco de San Esteban. Deze verrees in de Mudéjarstijl, een mengvorm tussen Moorse en westerse elementen. De poort heeft een dubbele hoefijzervorm en is voorzien van twee robuuste vierkante torens die aan de bovenzijde met elkaar verbonden zijn door een galerij met zes bogen.

Het albasten graf van Don Alonso de Cortagena, bisschop van Burgos (1435-1456).Nabij de kasteelruïne bevinden zich ook twee boeiende kerken, de Santa Águeda en de San Esteban, die vooral in de bloeiperiode tussen de 14e en 16e eeuw hun huidige vorm verkregen, maar die nog oudere sporen hebben, waaronder resten van Romeinse tempels. De oude binnenstad van Burgos telt meer diverse andere interessante bouwwerken die vooral uit de bloeiperiode van de stad dateren. Genoemd kunnen hierbij worden kerken als die van San Nicolás naast de kathedraal, San Lesmes, San Lorenzo, San Gil, La Merced en San Cosme y San Damián. Ook paleizen kwamen in die periode tot stand, waaronder het Palacio de Maluenda o de Castifalé en het Casa del Cordón. Dit laatste bouwwerk, dat in de 15e eeuw in opdracht van de Condestables van Castilië werd vervaardigd, dankt zijn naam aan het Franciscaanse koord dat zijn hoofdingang omgeeft. Naast zijn artistieke waarde heeft het bouwwerk onmiskenbaar ook een belangrijke historische waarde. Hier onthaalden de monarchen Ferdinand en Isabella in 1497 Christopher Columbus bij terugkeer van diens tweede ontdekkingsreis naar Amerika, waar thans ook een inscriptie bij de poort aan herinnert. Philips de Schone stierf hier in 1506 en verder werden in de loop der tijd in dit huis diverse huwelijken van Koninklijke telgen voltrokken. Thans zijn in het bouwwerk een bank en een expositieruimte ondergebracht.

Nog twee snoepjes verdienen in dit verband vermelding. Allereerst is dat een kloostercomplex, het Monasterio de Las Huelgas, net buiten het oude centrum. Dit werd in 1187 opgericht, maar de meerderheid van de huidige bouwwerken dateren uit de 13e eeuw. Naast klooster voor cisterciënzer monniken diende het complex ook als onderkomen en begraafplaats voor Koninklijke telgen en hun dienaren. Niet alleen het interieur is alleszins boeiend, maar zijn kunstschatten maken ook veel indruk. Het tweede snoepje is het Museo de Burgos, ondergebracht in het Palacio de Miranda uit de 16e eeuw. In dit museum, dat vroeger bekend stond als het Provinciaal Archeologisch Museum, staan de geschiedenis en de cultuur van de regio centraal. Het herbergt verschillende collecties van overblijfselen en kunstvoorwerpen die vooral dateren uit de Romeinse tot en met de moderne tijd uit alle hoeken van de regio Burgos. De archeologische afdeling toont voorwerpen vooral uit de ijzertijd, het Romeinse Rijk en de Middeleeuwen.

Opening nieuw museum
En Burgos werd onlangs dus een nieuw museum rijker. Op 13 juli jongstleden, enkele dagen nadat Spanje in de finale van het WK-voetbal Nederland had verslagen, had de stad derhalve opnieuw reden voor een feestje. De Spaanse koningin Sofia was speciaal naar Burgos gekomen om dit nieuwe Museum van de Menselijke Evolutie te openen, in feite een complex dat uit drie gebouwen bestaat, een museum, een nationaal onderzoekscentrum voor menselijke evolutie (geopend in juli 2009) en een congrescentrum annex auditorium ( opening voorzien in 2011).

De opening van het spectaculair vormgegeven nieuwe museum vormde ook mijlpaal voor de Spaanse archeologie. De nieuwe aanwinst is namelijk vooral opgericht om de archeologische overblijfselen van de vlak bij Burgos (op 17 km afstand) gelegen archeologische vindplaats van Sierra de Atapuerca veilig te stellen, te inventariseren en over de resultaten daarvan het brede publiek te informeren. Atapuerca is, zoals in het bijgevoegde kader wordt toegelicht, een van 's werelds belangrijkste archeologische sites die inzicht biedt in de evolutie van de mens en die een prachtig voorbeeld geeft van uitzonderlijk wetenschappelijk onderzoek op het gebied van archeologie en paleontologie. Hier werden inmiddels menselijke overblijfselen gevonden die tot de oudste en best bewaarde van Europa behoren. Geen wonder derhalve dat de site in 2000 op de Unescolijst van Werelderfgoederen werd geplaatst. Geen wonder ook dat archeologen van Atapuerca in het middelpunt van het openingsfeestje met koningin Sofia werden geplaatst.

Over vier verdiepingen wordt het verhaal van de menselijke evolutie in het nieuwe museum toegelicht. Dit verhaal laat zich als een avontuur vertellen, waarbij elementen gecombineerd worden verband houdend met science fiction (een reis naar miljoenen jaren terug), intriges (vroege sporen van kannibalisme en begrafenisrituelen, enz.), documentaires (ijsvorming en ecosystemen) en mijlpalen in menselijke kennis (het debat over natuurlijke selectie, Darwin, etc.). Dit alles met behulp van 200 riginele vondsten en oogstrelende én wetenschappelijk onderbouwde presentaties. De onderste verdieping bevat een permanente tentoonstelling over de archeologische vindplaatsen van Atapuerca, waarbij de bekendste en grootste plaatsen nader worden besproken. Daarbij zijn ook ruimten voorzien waar bezoekers meer kunnen leren over de geschiedenis van de site zelf en over het werk dat bij een archeologische opgraving als deze dagelijks plaatsvindt. De overige drie verdiepingen laten tentoonstellingen zien over de biologische en de culturele evoluties van de mens en stellen daarnaast de bezoekers in staat zich in te leven in de omgevingen waarin de mens leefde, leeft en zich evolueert.

Achterzijde van de kathedraal, met links de kapel van de slotvoogd.Over vier verdiepingen wordt het verhaal van de menselijke evolutie in het nieuwe museum toegelicht. Dit verhaal laat zich als een avontuur vertellen, waarbij elementen gecombineerd worden verband houdend met science fiction (een reis naar miljoenen jaren terug), intriges (vroege sporen van kannibalisme en begrafenisrituelen, enz.), documentaires (ijsvorming en ecosystemen) en mijlpalen in menselijke kennis (het debat over natuurlijke selectie, Darwin, etc.). Dit alles met behulp van 200 riginele vondsten en oogstrelende én wetenschappelijk onderbouwde presentaties. De onderste verdieping bevat een permanente tentoonstelling over de archeologische vindplaatsen van Atapuerca, waarbij de bekendste en grootste plaatsen nader worden besproken. Daarbij zijn ook ruimten voorzien waar bezoekers meer kunnen leren over de geschiedenis van de site zelf en over het werk dat bij een archeologische opgraving als deze dagelijks plaatsvindt. De overige drie verdiepingen laten tentoonstellingen zien over de biologische en de culturele evoluties van de mens en stellen daarnaast de bezoekers in staat zich in te leven in de omgevingen waarin de mens leefde, leeft en zich evolueert.

Dit artikel is eerder verschenen in Archeologie Magazine nummer 4 van 2010. Klik hier om dit nummer na te bestellen of klik hier om direct een abonnement te nemen en geen enkel nummer meer te missen.

Meer lezen
Tijdvakken
Landen