Steentijd

OUDE STEENTIJD (PALEOLITHICUM - 2,5 MLN TOT 10.500 V.C.)

Tijdens de Oude Steentijd gebruikten mensen ongeslepen stenen gereedschap. Ook begonnen ze groepen te vormen.  Mensen uit deze periode worden jager-verzamelaars genoemd omdat ze leefden van de jacht en van vruchten en groenten die ze niet verbouwden, maar in het wild vonden.  Ze maakten daarbij gebruik van eenvoudige houten, botten of stenen gebruiksvoorwerpen zoals vuistbijlen. De Oude Steentijd is een periode waarin weinig culturele en technische ontwikkelingen plaatsvonden, in tegenstelling tot de Midden- en Nieuwe Steentijd.

In de laatste 20.000 jaar van de Oude Steentijd ontstond de grotschilderkunst, waarvan de stierschildering uit de grotten van Lascaux één van de bekendste is. De Oude Steentijd duurde tot het einde van de laatste ijstijd, ongeveer 10.500 voor Christus.

MIDDENSTEENTIJD (MESOLITHICUM - 10.500 TOT 5.300 V.C.)

Toen de ijstijd aan zijn einde kwam, steeg de zeespiegel elk jaar met ongeveer twee centimeter. Het gebied van de jagers werd dus steeds kleiner. Ook begonnen ze door het stijgende water steeds meer te leven van vissen. Stenen werktuigen werden steeds verfijnder en religieuze gebruiken kwamen steeds vaker voor. Uit deze tijd dateert ook het begraven van overleden gezinsleden met hun eigendommen.
Ondanks deze veranderingen is er niet echt sprake van cultuurontwikkeling in de Middensteentijd. Om die reden wordt er in veel landen niet gesproken over een Middensteentijd, enkel over de Oude en Nieuwe. Nederland beschouwt de Middensteentijd wel als periode, vanwege bepaalde archeologische vondsten.

NIEUWE STEENTIJD (NEOLITHICUM - 5.300 TOT 3.200 V.C.)

De Nieuwe Steentijd is een periode waarin veel technische en sociale veranderingen plaatsvinden. De voornaamste is de overgang van een samenleving van jager-verzamelaars met een rondtrekkend bestaan naar een samenleving van mensen die zich vestigden in nederzettingen en landbouw gingen bedrijven.
Tijdens de Nieuwe Steentijd ontstonden veel verschillende culturen, waaronder de Trechterbekercultuur, vernoemd naar de vorm van het aardewerk dat werd geproduceerd. Daarom wordt de Nieuwe Steentijd gezien als een tijd van culturele revoluties.

Andere ontwikkelingen waren: het gebruik van geslepen en gepolijst steen , een van de belangrijkste uitvindingen ooit gedaan, namelijk het wiel, en het ontstaan van het Fenicisch alfabet, de veronderstelde voorloper van het Griekse alfabet. Dit alfabet verspreidde zich vlug rond het Middellandse Zeegebied.

Bij recente opgravingen op de Orkney-eilanden in Schotland is een groot aantal muizenbotten aangetroffen. In de Royal Society Open Science wordt vermeld dat hoewel muizenbotten geen ongewone vondst zijn rondom nederzettingen, archeologen nu voor het eerst een nieuwe conclusie trekken: de muizenbotten wijzen erop dat mensen muizen als voedsel gebruikten.
Vandaag is het precies 30 jaar geleden dat de oudste ijsmummie ooit gevonden werd. Op 19 september 1991 stuitten twee Duitse wandelaars in de Italiaanse Ötztaler Alpen op een 5300 jaar oud lichaam, dat later de naam Ötzi kreeg.
KAMPEN - Een team van dertig archeologen heeft in het toekomstige Reevediep bij Kampen een groot aantal prehistorische jachtkampen uit de midden-steentijd (ca. 10.000-5300 v. Chr.) blootgelegd. De ontdekking levert nieuwe inzichten op over het verleden van de stad. Voor het eerst werden in Noord-Nederland pijlpunten aangetroffen, die tot nu toe voornamelijk beneden de rivieren zijn opgegraven. Uniek is de vondst van een hut of omheining die rond een van de concentraties vuursteen moet hebben gestaan. Verder werden schillen van hazelnoten gevonden, voedsel voor de prehistorische mens die hier tijdelijk verbleef. De opgraving vond plaats in opdracht van Ruimte voor de Rivier IJsseldelta en is inmiddels afgerond.
In Oostenrijk is deze week een sneeuwschoen ontdekt die ouder is dan de oudste menselijke mummie die gevonden is in Europa. Ötzi, zoals de ijsmummie wordt genoemd, leefde rond 3300 voor Christus, terwijl de schoen volgens Tirol.at dateert uit 3700 tot 3800 voor Christus.
Gedurende het hele Neolithicum en grote delen van de bronstijd hebben mensen over de hele wereld megalithische monumenten gebouwd.
Joost Vermeulen en Rénie van der Putte fietsten onlangs op verzoek van Archeologie Magazine van Osnabrück naar Oldenburg op zoek naar een stukje van de ongelofelijke rijkdom van de ‘Duitse’ prehistorie.  
In het navolgende overzicht worden, in de volgorde van de nummering door prof. A.E. van Giffen, de hunebedden besproken die we om verschillende, daarbij aangegeven redenen als markant aanduiden. Het is uiteraard een subjectieve selectie uit de in totaal 52 hunebedden die in de provincie Drenthe per fiets, auto of al wandelend bezocht kunnen worden. Daar komen ze eigenlijk allemaal voor in aanmerking, maar deze selectie is vooral bedoeld om een keuze te vergemakkelijken wanneer de tijd voor een bezoek daaraan beperkt is.
In het navolgende overzicht worden, in de volgorde van de nummering door prof. A.E. van Giffen, de hunebedden besproken die we om verschillende, daarbij aangegeven redenen als markant aanduiden. Het is uiteraard een subjectieve selectie uit de in totaal 52 hunebedden die in de provincie Drenthe per fiets, auto of al wandelend bezocht kunnen worden. Daar komen ze eigenlijk allemaal voor in aanmerking, maar deze selectie is vooral bedoeld om een keuze te vergemakkelijken wanneer de tijd voor een bezoek daaraan beperkt is.
De hunebedden in Nederland zijn overblijfselen van de Trechterbekercultuur, genoemd naar de karakteristieke trechtervorm van de aardewerken potten die men maakte. Die cultuur manifesteerde zich in een periode van de nieuwe steentijd, ook wel Neolithicum genoemd. Deze nieuwe steentijd strekte zich in Noord-Europa uit tussen grofweg ca. 4900 en 2000 v.Chr.
In het gebied Oosterdalfsen aan de Oosterdalfsersteeg wordt een Familiepad aangelegd. Bezoekers van de website Schat van Dalfsen konden vragen stellen aan de oudste familie van het Vechtdal. Het gaat om vragen aan de mensen uit de Trechterbekercultuur. De antwoorden op deze vragen komen terug op het Familiepad.
Bouwers deden tijdens Bodemonderzoek in het Almeerse Oosterwold bijzondere archeologische vondsten. De gevonden nederzettingen dateren uit het 8880-4200 v. Chr. De vindplaatsen worden zo veel mogelijk beschermd in de bodem.
Franse archeologen hebben in Elzas, provincie in het noordoosten van Frankrijk, menselijke resten van 6000 jaar oud gevonden. De resten zijn afkomstig van een neolithische groep. Volgens de archeologen zijn de mensen slachtoffer geweest van een slachting.